<< Klik om de inhoudsopgave te tonen >> Navigatie: »Geen onderwerpen boven dit niveau« Modules Bijzondere Bijstand, OI-aanvraag/heronderzoek |
Nadere omschrijving aftrekposten/noodzakelijke uitgaven (34.000)
De mogelijkheid van een nadere omschrijving bij de in het eigen beleid gedefinieerde aftrekposten en noodzakelijke uitgaven wordt met ingang van deze release in de module Bijzondere Bijstand ondersteund.
Om bij een aftrekpost of noodzakelijke uitgave een nadere omschrijving vast te kunnen leggen zijn de integratiekodes API en NUG uitgebreid met de rubriek Nadere omschrijving. In de Kluwer parameterapplicatie dient u voor de betreffende in module BB actieve aftrekpost of noodzakelijke uitgave de Nadere omschrijving te vullen met de gewenste nadere omschrijving.
In de dialoog wordt de vastgelegde nadere omschrijving tussen haakjes achter de omschrijving geplaatst.
Aftrekposten/noodzakelijke uitgaven voor 65-plussers en een instelbare attentietekst bij de vraag over aftrekposten/noodzakelijke uitgaven (57.516)
Het is mogelijk gemaakt om voor de module Bijzondere Bijstand bij aftrekposten en noodzakelijke uitgaven aan te geven, dat deze alleen voor 65-plussers, alleen voor 65-minners of voor alle leeftijden gelden, alsmede om aan te geven of en welke toelichting er bij deze vragen moet verschijnen.
Voor deze mogelijkheden is het waardenbereik van de rubriek BB bij de integratiekodes API en NUG uitgebreid.
De eerste positie van deze rubriek kan nu de volgende waarden bevatten:
A - de aftrekpost/noodzakelijke uitgave geldt alleen voor AOW‘ers, d.w.z. hij verschijnt als
cliënt én partner 65 jaar of ouder zijn
B - de aftrekpost/noodzakelijke uitgave geldt niet voor AOW‘ers, d.w.z. hij verschijnt als
cliënt of partner niet 65 jaar of ouder is
J - de aftrekpost/noodzakelijke uitgave geldt voor alle leeftijden
N - de aftrekpost/noodzakelijke uitgave is niet van toepassing in de module BB.
Door achter een A, B of J een uitroepteken te plaatsen wordt aangegeven, dat als deze aftrekpost/noodzakelijke uitgave wordt getoond er ook een toelichting bij de vraag zal worden getoond.
Het waardenbereik van de rubriek TV is ongewijzigd gebleven: J of N om een aftrekpost/noodzakelijke uitgave in de module Terugvordering van toepassing te laten zijn.
De attentietekst bij de vraag naar aftrekposten en naar noodzakelijke uitgaven in de module BB wordt ingesteld door deze vast te leggen in de parameter BB_ATTENTIETEKST_API, respectievelijk BB_ATTENTIETEKST_NUG.
De attentietekst verschijnt als deze parameter niet op ‘N’ staat en één van de getoonde aftrekposten/noodzakelijke uitgaven in de rubriek BB van de integratiekode op positie 2 gevuld is met een uitroepteken.
Naamgebruik in PKO-module Bijzondere Bijstand (34.112, 34.135)
Het in GWS vastgelegde naamgebruik wordt nu ook in de module PKO Bijzondere Bijstand in alle werkprocessen bijzondere bijstand en het werkproces Langdurigheidstoeslag ondersteund.
Dit houdt in, dat het huidige naamgebruik wordt getoond en eventueel kan worden aangepast. Bovendien wordt het naamgebruik toegepast in de beschikking.
Per gemeente instelbaar normbedrag langdurigheidstoeslag (84.016)
Het is mogelijk gemaakt om de normbedragen langdurigheidstoeslag per gemeente in te kunnen stellen als niet door alle gemeenten gelijke normbedragen worden gehanteerd.
Tot deze release werden de normbedragen gehanteerd die in GWS bij de genormeerde componenten met PKO-indicatie ‘LTALL’, ‘LTEOG’ en ‘LTSAM’ zijn vastgelegd.
Van deze normbedragen kan nu voor een gemeente worden afgeweken door in de Kluwer parameterapplicatie onder integratiekode NLT de toe te passen normbedragen vast te leggen.
De datums in de rubriek Ingangsdatum moeten het formaat eejjmmdd hebben, zoals in het bovenstaande voorbeeld. De normbedragen met de meest recente ingangsdatum per leefvorm zullen worden toegepast, als althans de berekeningsgrondslag van de langdurigheidstoeslag aan een normbedrag is gekoppeld (parameter LDT_GRSL_NORMPERC = ‘BEDR’ of ‘NVT’).
Zijn er voor een gemeente geen normbedragen vastgelegd onder integratiekode NLT, dan worden de in GWS bij de componenten met de eerder genoemde PKO-indicaties vastgelegde normbedragen toegepast. De aanwezigheid van deze genormeerde componenten in GWS is daarom nog steeds vereist. Dit ook ten behoeve van de beoordeling van aanvragen met een peildatum vóór 2009.
Cliëntgroepen die geacht worden niet over draagkracht te beschikken (57.715)
Het is mogelijk gemaakt om naast personen die een bijstands- of IOAW-uitkering ontvangen cliëntgroepen te definiëren die geacht worden niet over draagkracht te beschikken.
Hiertoe dient in de Kluwer parameterapplicatie onder integratiekode DGB per onderkende groep zonder draagkracht een record te worden opgevoerd.
Er worden maximaal acht groepen zonder draagkracht ondersteund, die op volgorde van Volgnr worden getoond. Volgnr moet een waarde tussen 1 en 8 bevatten.
In de dialoog verschijnt de desbetreffende vraag aan het begin van het hoofdstuk ‘Draagkracht vaststellen’.
Als één van de groepen zonder draagkracht wordt gekozen, dan zal de draagkracht van cliënt op nihil worden gesteld. In het andere geval vindt er berekening van de draagkracht plaats. Van de juistheid van het antwoord, dat clIënt tot één van de gedefinieerde groepen behoort, wordt door de module zonder meer uitgegaan en hierop worden verder geen controles uitgevoerd.
Motivering bijzondere omstandigheden in dialoog en beschikking (57.485)
Het is mogelijk gemaakt om een eigen samengestelde attentietekst bij de vraag naar bijzondere omstandigheden te laten tonen en om een verplichte toelichting bij deze vraag in de beschikking op te laten nemen.
Om een attentietekst bij de vraag naar bijzondere omstandigheden samen te stellen dienen in de Kluwer parameterapplicatie onder integratiekode ‘ABO’ de samenstellende tekstdelen te worden vastgelegd.
Onder Volgnr 0 kan een (inleidende) tekst inzake de vraag naar bijzondere omstandigheden worden vastgelegd.
Bestaat de tekst (ook) uit een opsomming van voorbeelden van of indicaties voor bijzondere omstandigheden, dan kunnen deze teksten onder een volgnummer tussen 1 en 98 worden vastgelegd. Deze teksten zullen als een lijst met opsommingstekens op het scherm verschijnen onder de introducerende tekst.
Onder Volgnr 99 kan een afsluitende tekst inzake de vraag naar bijzondere omstandigheden worden vastgelegd, die onder een eventuele lijst met opsommingstekens zal worden getoond.
De uit het voorgaande resulterende tekst wordt in de dialoog getoond als attentietekst bij de vraag naar bijzondere omstandigheden.
In de Kluwer parameterapplicatie kan door middel van de parameter BB_TOE_BIJZ_OMS_ VERPLICHT worden ingesteld, of een in de beschikking op te nemen toelichting bij de vraag naar bijzondere omstandigheden verplicht is of niet. De werking van deze parameter wordt hierna verder beschreven.
Instelbare verplichting tot toelichting bij de vragen naar de noodzaak van de kosten en naar bijzondere omstandigheden (58.349, 62.980)
Door middel van de parameters BB_TOE_BIJZ_OMS_VERPLICHT en BB_TOE_NDZ_KSTN_ VERPLICHT kan in de Kluwer parameterapplicatie worden ingesteld, of bij de vraag naar bijzondere omstandigheden respectievelijk de noodzakelijkheid van de kosten een toelichting verplicht is of niet.
De parameters hebben het waardenbereik B, J of N, waarbij B betekent, dat in de volgende vraag om een verplichte toelichting wordt gevraagd en deze toelichting in de beschikking zal worden opgenomen.
‘J’ betekent, dat bij de vraag zelf het toelichtingsscherm wordt geopend en een toelichting moet worden ingevoerd. De toelichting komt niet in de beschikking, maar wel in het rapport.
Bij N is geen toelichting verplicht, maar kan uiteraard wel met F6 het toelichtingsscherm worden geopend en een toelichting worden ingevoerd.
Kosten die voor meer dan één persoon worden gemaakt (61.568)
De mogelijkheid is gecreëerd om aan te geven, dat de kosten voor meer dan één persoon worden gemaakt.
Als meer dan één persoon wordt aangevinkt, zullen ook alle personen voor wie de kosten worden gemaakt als zodanig in de beschikking worden vermeld.
Cliëntgroepen met een afwijkende draagkrachtberekening (57.501)
Het is mogelijk gemaakt om cliëntgroepen te definiëren, waarvoor een afwijkende verhoging van het bijstandsniveau moet worden toegepast.
Hiertoe dient in de Kluwer parameterapplicatie onder integratiekode CAB per cliëntgroep met een afwijkende verhoging van het bijstandsniveau een record te worden opgevoerd.
Srt Waarde geeft aan, of de toe te passen verhoging van het bijstandsniveau een percentage van de bijstandsnorm is of een absoluut bedrag per maand. De grondslag voor een percentuele verhoging is de volgens parameter BB_CORR_GRSL_BIJSTANDSNIV te hanteren grondslag. In Waarde moet de toe te passen verhoging voor deze groep cliënten worden ingevuld.
Met de rubriek Bijz. draagkrachtregime kan worden aangegeven, dat als de cliënt tot deze groep behoort er een bijzonder draagkrachtregime moet worden toegepast. Bij ‘nvt’ wordt de normale draagkrachtberekening uitgevoerd. Bij een waarde die verwijst naar een bijzonder draagkrachtregime zal de berekening volgens dit regime worden uitgevoerd voor alle kosten waarvoor bijstand wordt aangevraagd. Het bijzondere draagkrachtregime van een cliëntgroep heeft dus ‘voorrang’ boven het bijzondere draagkrachtregime van een kostensoort.
Er worden maximaal acht groepen met een afwijkende verhoging van het bijstandsniveau ondersteund, die op volgorde van Volgnr worden getoond. Volgnr moet een waarde tussen 1 en 8 bevatten.
In de dialoog verschijnt de desbetreffende vraag na de vraag over de huisvesting van cliënt en vóór de vraag over het naamgebruik van cliënt.
Als één van de cliëntgroepen met een afwijkende verhoging van het bijstandsniveau wordt aangekruist, dan zal het bijstandsniveau op de voor deze groep ingestelde wijze worden verhoogd en het eventueel aangegeven bijzondere draagkrachtregime worden toegepast.
In het andere geval worden de verhoging van het bijstandsniveau en het draagkrachtregime toegepast, zoals dit zonder de introductie van deze integratiekode het geval zou zijn.
Van de juistheid van het antwoord, dat clIënt tot één van de gedefinieerde groepen behoort, wordt door de module zonder meer uitgegaan en hierop worden verder geen controles uitgevoerd.
Aparte cliëntgroep voor krediethypotheek bij bijzondere bijstand (61.414)
Een gemeente heeft twee clientgroepen voor krediethypotheken, namelijk voor algemene bijstand en bijzondere bijstand.
Op dit moment kan in het onderhoudscherm cliëntgroep in GWS4All met de PKO-indicatie KHYP worden aangegeven welke cliëntgroep gebruikt moet worden voor de krediethypotheek.
Hieraan is nu de PKO-indicatie KHYPB toegevoegd. Indien er een clientgroep met deze indicatie PKO aanwezig is zal er in het geval van een krediethypotheek bij bijzondere bijstand worden gekozen voor deze cliëntgroep. Voor het doorboeken van de krediethypotheek is deze indicatie PKO ook beschikbaar in regeling 08. Dit werkt op dezelfde wijze.
Mogelijke vorderingsstatussen afstemmen op wijze van aflossen en uitkeringssituatie (85.951)
Tot deze release werd in het geval van leenbijstand bij de vraag naar de vorderingsstatus een keuzelijst met alle bestaande vorderingsstatussen getoond.
Vanaf deze release is het mogelijk om de keuzelijst te beperken en af te stemmen op de wijze van aflossen van de lening en de uitkeringssituatie van de cliënt. Om dit te bereiken dienen de vorderingsstatussen te worden ingericht met behulp van de rubriek Indicatie PKO in de tabel SZVRDSTS. Hiertoe dient men via Applicatiebeheer tabellen » Voorgeschreven » Onderhoud CBS » Vorderingsstatus het scherm Onderhoud vorderingsstatus te openen.
Indien dit onderwerp niet is ingericht (geen enkele PKO-indicatie is ingevuld), zal PKO functioneren zoals voorafgaand aan deze release en zullen alle statussen worden getoond.
Indien echter bij één van de statussen een PKO-indicatie wordt ingevuld, dient bij alle statussen de PKO-indicatie te zijn ingevuld. Zijn er zowel statussen met als statussen zonder PKO-indicatie, dan wordt dit gemeld. De casus kan dan niet worden vervolgd!
De vorderingstatussen die worden getoond in de keuzelijst zijn afhankelijk van de wijze van aflossen. Dit wordt ingericht met de eerste vier posities van de PKO-indicatie. Een vorderingstatus kan relevant zijn bij meer dan één wijze van aflossen.
Met de laatste (5de) positie van de PKO-indicatie wordt de relatie gelegd tussen de vorderingstatus en de uitkeringssituatie van de cliënt. De uitkeringssituaties (wel of geen WWB- of IOAW-uitkering) sluiten elkaar uit.
Positie 1 van de PKO-indicatie
Waarde |
Gevolg |
J |
De vorderingstatus wordt getoond indien de wijze van aflossen ‘Acceptgiro’ is. |
N |
De vorderingstatus wordt niet getoond indien de wijze van aflossen ‘Acceptgiro’ is. |
Posities 2 t/m 4 van de PKO-indicatie
Idem positie 1, echter voor de overige wijzen van aflossen.
Positie |
Wijze van aflossen |
2 |
Incasso |
3 |
Inhouding uitkering |
4 |
Overig |
Positie 5 van de PKO-indicatie
Waarde |
Gevolg |
J |
De vorderingstatus wordt alleen getoond indien cliënt een uitkering (WWB of IOAW) heeft |
N |
De vorderingstatus wordt alleen getoond indien cliënt geen uitkering (WWB of IOAW) heeft |
B |
De vorderingstatus is onafhankelijk van het feit of cliënt een uitkering (WWB of IOAW) heeft of niet. |
Voorbeelden:
PKO-indicatie |
Voorwaarden waaraan de casus moet voldoen om de vorderingstatus te tonen |
JNNNJ |
•de wijze van aflossen is ‘Acceptgiro’ en •cliënt heeft een WWB- of IOAW-uitkering |
JNJNN |
•de wijze van aflossen is ‘Acceptgiro’ of ‘Inhouding uitkering’ en •cliënt heeft geen WWB- of IOAW-uitkering |
JJJJB |
Geen voorwaarden. De vorderingstatus met deze PKO-indicatie zal in elke casus worden getoond. |
Zie ook het aangepaste handboek PKO Systeemcodes. De keuzelijst zal vervolgens conform de PKO-indicaties worden afgestemd.
Vertragingsbrief aan cliënt (39.527)
Als in de module OI-aanvraag/heronderzoek voor de mogelijkheid van het inwinnen van inlichtingen bij een derde wordt gekozen, wordt nu ook de mogelijkheid geboden om de cliënt over dit feit te informeren.
Hieronder volgt een voorbeeld van hoe de brief voor cliënt er uit zou kunnen zien:
Aan De heer HGL Testje Clientenstraat 1 2803 HG GOUDA zd
Onderwerp: uw aanvraag om een bijstandsuitkering
Geachte heer Testje,
In antwoord op uw aanvraag om een bijstandsuitkering, die u op 1 november 2008 bij ons hebt ingediend, delen wij u het volgende mede.
Om uw aanvraag goed te kunnen beoordelen hebben wij inlichtingen nodig van abc. Aan abc hebben wij verzocht om cliënt nader te onderzoeken en de bevindingen aan ons te rapporteren. Wij hebben ons verzoek om inlichtingen gericht tot mevrouw Betty van Essen.
Wij streven ernaar om op uw aanvraag te beslissen binnen de wettelijke beslistermijn van acht weken, nadat u de aanvraag hebt ingediend. Voorzover wij door de noodzaak om een derde om inlichtingen te vragen niet kunnen voldoen aan de beslistermijn van acht weken delen wij u hierbij mede, dat de beslistermijn alsdan overeenkomstig artikel 4:14 Awb wordt verlengd met een door ons redelijk geachte termijn van nog eens acht weken.
Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van TEST_PKO, namens deze,
Victor van der Kloet, functie
Voor meer informatie over deze brief kunt u tijdens onze kantooruren terecht bij uw contactpersoon die bovenaan deze brief staat vermeld. |
Ten behoeve van de bovenstaande brief zijn een nieuw documenttype ‘OI - Brieven overig’ en de documentbody ‘Vertragingsbrief aan cliënt’ in de documentengenerator aangemaakt.
Hierbij horen de volgende sjabloonnummers:
Documenttype |
Documentbody |
||
73 |
OI - Brieven overig |
1 |
Vertragingsbrief aan cliënt |
Let op !!! Aanvullingen op documentbody’s
In PKO release 930 zijn ten behoeve van het vermelden van leenbijstand in de beschikking de tekstdelen RL en BIJLAG toegevoegd aan de documentbody van de beschikking B200 - BB - <100% draagkracht - toekenning.
De volledige inhoud van het documentbody is daardoor als volgt geworden:
[AAAAAA!DDA_BB][AAAAAA!BB_1_C][AAAAAA!BB_M_C][BB_MK!!1][BB_MK!!2][BB_MK!!3][BB_MK!!4][BB_MK!!5][BB_MK!!6][BB_MK!!7][BB_MK!!8][BB_MK!!9][200!!100][200!!1][200!!2][200!!3][200!!4][200!!5][200!!6] [200!!7][200!!8][200!!9][200!!10][200!!200] [200A!!1][200A!!2][200A!!3][200A!!4][200A!!5][200A!!6][200A!!7][200A!!8][200A!!9][200A!!10] [DK!][PBBMAA!] [AB!!1][AB!!2][AB!!3][AB!!4][AB!!5][AB!!6][AB!!7][AB!!8][AB!!9][AB!!10] [RL!] [VERMBS!] [UITBET!][UITBET!!1][UITBET!!2] [A_DEB!] [BB_CRD!!1][BB_CRD!!2][BB_CRD!!3][BB_CRD!!4][BB_CRD!!5][BB_CRD!!6][BB_CRD!!7][BB_CRD!!8][BB_CRD!!9][BB_CRD!!10] [VOO_BS!] [AAAAAA!TOELTV] [AAAAAA!ONDERT] [AAAAAA!BEZWAA] [BIJLAG!] |
In een eerdere release is het tekstblok [AAAAAA!TOELIC] gewijzigd in [AAAAAA!TOELTV]. Tevens is in release 910 aan de rapporten Langdurigheidstoeslag en OI-Aanvraag het tekstblok [ADVIES!] toegevoegd. Deze documentbody’s zijn nu als volgt:
Langdurigheidstoeslag
[RKOP!] [ANV_LT!] [NATIO!!1][NATIO!!2][NATIO!] [UKDOS!] [GEZIN!][LFVRM!][NRP!] [LD_TOE!][LD_TOE!!1][LD_TOE!!2][LD_TOE!!3] [RECHT!] [ADV_LT!][ADVIES!] [ONDERT!]
|
OI-Aanvraag
[KOPOI!] [AANVRD!] [CONCLU!KOP][CONCLU!INTRO][CONCLU!BHVA][CONCLU!BHVG] [CONCLU!BHMUT] [CONCLU!MWMUT] [CONCLU!!1][CONCLU!!2][CONCLU!!3][CONCLU!!4][CONCLU!!5][CONCLU!!6][CONCLU!!7][CONCLU!!8][CONCLU!!9][CONCLU!!10] [CONCLU!VERZ][CONCLU!OUTRO][CONCLU!DERDE][CONCLU!INTRA][CONCLU!INTRT] [OPS_RP!] [HERSTL!] [ADV_OI!][ADVIES!] [ONDTR!] |
Let op !!! Aanvulling op het Handboek systeemcodes
Het Handboek systeemcodes was niet helemaal volledig waar het gaat om de vereiste PKO-indicaties van aflossingscomponenten voor leenbijstand in het uitkeringsdossier of het debiteurendossier.
Deze PKO-indicaties worden nu wel vermeld in de nieuwste versie van het Handboek systeemcodes.