<< Klik om de inhoudsopgave te tonen >> Navigatie: »Geen onderwerpen boven dit niveau« Module Levensonderhoud |
Verzamelwet SZW 2016
Kostendelende medebewoner
Artikel 19a Participatiewet wordt ingevoegd. Dat artikel regelt de definitie van "kostendelende medebewoner". Het artikel is van belang om te bepalen of de norm van een belanghebbende wordt vastgesteld op basis van het kostendelersnorm artikel (artikel 22a Participatiewet) of op basis van de basisnormen in de artikelen 20 tot en met 22 Participatiewet en artikel 24 Participatiewet.
Het voorgaande betekent dat als een persoon onder een van de uitzonderingen van het huidige artikel 22a Participatiewet valt, deze geen "kostendelende medebewoner" is.
In Release 2015.Q4.1 was parameter ART22A_1KOSTENDELER met waarde “J” ingevoerd voor de volgende casus:
Stel dat een cliënt met één meerderjarige persoon hoofdverblijf op hetzelfde adres heeft en dat deze meerderjarige is uitgezonderd als kostendeler o.g.v. art. 22a lid 4., bijvoorbeeld omdat hij studeert.
Voor deze situatie werd dan bijstand met toepassing van met toepassing van de kostendelersbepaling (artikel 22a lid 1 en lid 2 Participatiewet verleend. Factor ‘A’ was dan ‘1’).
Met artikel 19a PW en de huidige redactie van artikel 22a PW zal parameter ART22A_1KOSTENDELER per 1 januari 2016 altijd waarde ‘N’ hebben.
De parameter wordt in een latere release weggewerkt.
Partner geen recht
De situatie van een echtpaar met een niet-rechthebbende partner en zonder kostendelende medebewoners dient in de nieuwe systematiek opgelost te worden in artikel 24 van de Participatiewet. De rechthebbende echtgenoot zal in 2016 recht hebben op 50% van de gehuwdennorm.
Van 1 januari 2016 tot 1 juli 2016 geldt overgangsrecht voor de bijstandsgerechtigden (van 31 december 2015 of eerder) die er door de gewijzigde kostendelersnormsystematiek op achteruitgaan. Zij houden dus 70% tot aan 1 juli 2016.
Voor gehuwden waarvan de rechthebbende echtgenoot jonger dan 21 jaar is, is artikel 24 altijd van toepassing, ongeacht of ze samenwonen met kostendelende medebewoners.
Daarbij wordt uitgegaan van de gehuwdennorm zoals die zou gelden als hij met een persoon van dezelfde leeftijd als hemzelf getrouwd zou zijn. Indien de rechthebbende echtgenoot bijvoorbeeld 20 jaar is en kinderen heeft, is op hem 50% van de jongerengehuwdennorm met ten laste komende kinderen van toepassing (artikel 20, tweede lid, onderdeel b).
Als de gehuwden met een niet-rechthebbende echtgenoot een of meer kostendelende medebewoners hebben dan wordt de norm wel berekend volgens artikel 22a Participatiewet.
Applicatiebeheer
Nieuwe component in GWS “Onderhoud componenten” op basis van art. 24 sub a Participatiewet:
Nieuwe component in GWS “Onderhoud componenten” op basis van art. 24 sub a Participatiewet:
Gewijzigde tekstdelen:
•Beschikking | NG | 08
•Beschikking | NG | 09
•Beschikking | NG | 11
•Beschikking | NG | 12
Nieuwe normen in art. 22a lid 3
Nieuwe normen voor gehuwden, waarvan een echtgenoot 18, 19 of 20 jaar is en de andere echtgenoot 21 jaar of ouder is, met een of meer kostendelende medebewoners, in art. 22a lid 3.
De artikelverwijzing verandert dus, maar er zijn geen nieuwe normcomponenten nodig: de componenten met indicatie PKO “121KD” (geen ten laste komende kinderen) en “121KL” (met ten laste komende kinderen), waren al in gebruik.
Overige Artikelverwijzingen
Uitzonderingen kostendeling van artikel 22a lid 4 Participatiewet zijn nu opgenomen in artikel 19 lid 1 onderdeel d.
Verwijzingen naar bepaling norm artikel 22a.
Applicatiebeheer
Gewijzigde tekstdelen:
•LOH - Rapport | MBEW | UITZ_KOSTENDELERS
•Beschikking | NG | 22
Artikel 18b - Beheersing van de Nederlandse taal
Vanaf januari 2016 kan de bijstand worden afgestemd indien het redelijk vermoeden bestaat dat belanghebbende de Nederlandse taal niet voldoende beheerst. In artikel 18b is vastgelegd onder welke voorwaarden dit gebeurt.
Bij een aanvraag dient de gemeente na te gaan of belanghebbende documenten kan overleggen waaruit blijkt of hij voldoet aan de taaleis. Mocht hij deze documenten niet kunnen overleggen dan dient de gemeente te toetsen of belanghebbende voldoet aan de taaleis. De bijstand kan worden verlaagd, als belanghebbende niet voldoet aan de taaleis en geen actie onderneemt om de taal te leren of niet voldoet de voortgang hierin boekt.
Voor de module Levensonderhoud is in deze levering de mogelijkheid om de bijstand te verlagen opgenomen. Vanuit enkele gemeenten is de vraag gekomen of er ook in de aanvraag een stukje dialoog wordt opgenomen om na te gaan of belanghebbende voldoet aan de taaleis, danwel of er een toets dient te worden afgenomen. Aangezien nog niet duidelijk is hoe deze dialoog eruit zou moeten zien en welke acties er eventueel vanuit PKO moeten plaatsvinden, is dit onderdeel nog niet in Levensonderhoud Aanvraag opgenomen. In de expertgroep van januari wordt het onderwerp aan de orde gesteld. De verwachting is dat het in de normenpatch eind januari kan worden toegevoegd.
Artikel 18b - Afstemmen bijstand bij redelijk vermoeden
Als het redelijk vermoeden bestaat dat belanghebbende niet (voldoende) de Nederlandse taal beheerst, kan de bijstand worden verlaagd zoals beschreven in lid 9, 10 en 11 van artikel 18b PW.
Deze verlagingen kunnen behandeld worden in het hoofdstuk Afstemming. Dat geldt alleen voor uitkeringen die een ingangsdatum hebben van 1 januari 2016 of later. Voor het zittend bestand gaat de mogelijkheid tot verlaging pas in vanaf 1 juli 2016.
De verlagingen bij het redelijk vermoeden worden net zo behandels als andere gedragingen met de uitzondering dat er niet naar recidive wordt gevraagd. Wordt er alleen een verlaging opgelegd in verband met het redelijk vermoeden, dan wordt in de beschikking niet verwezen naar de maatregelverordening, maar naar artikel 18b PW. Ook als er alleen verlagingen op grond van de afstemmingsverordening, of als er zowel verlagingen op grond van de afstemmingsverordening en artikel 18b zijn, wordt dit in de beschikking met de juiste verwijzing opgenomen.
Applicatiebeheer
Net als voor de geüniformeerde gedragingen van artikel 18 lid 4, worden ook in verband met het redelijk vermoeden gedragingen door Centric aangeleverd in integratiekodes GDR.
De gedragingen hebben respectievelijk de PKO-indicaties R00RA, R00RAB en R00RC. Alleen de waarden in kolommen ‘T/P’ en ‘Beschikking’ zijn muteerbaar. In de kolom ‘Uniek+Opv.’ hebben ze de nummers 9-11. Dit betekent dat u de nummering van de andere gedragingen die in integratiekode GDR zult moeten aanpassen om deze kolom weer volledig uniek te maken.
In GWS4all dienen in de tabel Soort gedraging de volgende PKO-indicaties aanwezig te zijn:
In de kolom ‘Cat.maatr.’ hoeft geen geen categorie te worden ingevuld. De maatregels die bij deze gedragingen horen, worden namelijk niet in de integratiekode MTR gedefinieerd. Omdat ze bij wet vaststaan, wordt dit direct in het hoofdstuk Afstemming geregeld.
Het is mogelijk om in de dialoog af te wijken van de verlagingen. Daarom zijn er in tabel Soort gedraging zowel gedragingen met componenten die een percentage hebben (R00RA, R00RB en R00RC) als afwijkende PKO-indicaties (RA0RA, RA0RB, RA0RC) die gekoppeld zijn aan een component zonder percentage.
Gewijzigde bodies:
Beschikking | B119 - LOH - wijziging - opleggen maatregel
Hierin wordt variabele :TXT_DG_BES_WETSARTIKEL_VERORDENING gebruikt om de juiste verwijzing naar wetsartikel(en) en zonodig verordening te maken.
Gewijzigde en toegevoegde tekstblokken:
Beschikking | AFST_V2 | VERORDENING
Beschikking | AFST | R1-R3 (3 tekstblokken)
Indien parameter LOH_AFSTEM_NIEUWE_BES de waarde ‘J’ heeft, dan is alleen het eerste tekstblok AFST_V2 relevant. Bij waarde ‘N’ zijn alleen de tekstblokken R1-R3 relevant.
Opgeloste meldingen
Inkomsten uit kamerhuur of kostgangerschap (Leeuwarden) |
|
Melding nummer |
2387468 |
Melding door klant
Onderstaand beleid rond het in aanmerking nemen van inkomsten uit kamerhuur of kostgangerschap wordt nog niet door PKO ondersteund.
Leeuwarden wil graag dat PKO hierop wordt aangepast.
Beleid
v De belanghebbende vraagt een bijstandsuitkering aan of geeft aan inkomsten te hebben uit kamerverhuur of kostgangerschap;
v Ga na of er daadwerkelijk sprake is van een commerciële relatie (=huurder of kostganger die geen familielid in de eerste of tweede graad is);
Ø Zo nee, stel vast of er sprake is van de kostendelersnorm; Ø Zo ja, stel vast of er sprake is van een commerciële prijs (minimaal € 200,- huur kale huur of minimaal € 425,- kost en inwoning per maand) § Zo nee, dan wordt de opbrengst van kamerhuur niet als inkomen aangemerkt.
§ Zo ja, 30% van het totaalbedrag aan kamerhuur als inkomsten aanmerken en verrekenen met de norm.
Nota bene: indien belanghebbende meerdere kamers in zijn woning verhuurd dan wordt van de opbrengst van elke afzonderlijke kamer 30% van de inkomsten verrekend.
Inkomsten uit kamerhuur of kostgangerschap (Arnhem) |
|
Melding nummer |
2387468 |
Melding door klant
Melding bij Centric indien met de volgende omschrijving :
indien er op grond van artikel 33 lid 4 een verlaging wordt opgelegd dan wordt er 10% gekort als gevolg van bijzonder inkomen. (er kan gebruik worden gemaakt van verzonden mail d.d. 25-11-2014 aan consultant centric pko waarin documenten en .pkt aanwezig zijn.
Verlaging ivm inkomsten uit commerciële verhuur (Halte Werk) |
|
Melding nummer |
2422252 |
Melding door klant
Het beleid van de gemeente Alkmaar, Langedijk en Heerhugowaard kent een artikel rond de verlaging van de uitkering in verband met inkomsten uit commerciële verhuur dat op dit moment niet volledig door PKO Levensonderhoud wordt ondersteund.
Het gaat om artikel 2 van de beleidsregels verlaging uitkering.
Bij één onderhuurder of kostganger moet de verlaging 10% zijn, bij twee onderhuurders of kostgangers moet de verlaging 20% zijn.
Bij drie onderhuurders of kostgangers wordt de belanghebbende als zelfstandige ondernemer beschouwd.
Kan PKO hierop worden aangepast? Voor alle duidelijkheid: met het eerste lid van artikel 2 wordt niet bedoeld dat de inkomsten op de uitkering in mindering moeten worden gebracht; er moet alleen een verlaging worden toegepast.
Oplossing (voor hierbovenstaande 3 meldingen)
Middels een aantal nieuwe parameterwaarden worden enkele vragen in het hoofdstuk Medebewoning (deels hernieuwd) aangezet.
Beantwoording van deze vragen leidt tot het automatisch wegschrijven van een inkomstencomponent in GWS / SUITE.
Applicatiebeheer (voor hierbovenstaande 3 meldingen)
Nieuwe waarden parameter LOH_INK_ONDERHUUR_JA_NEE (defaultwaarde ‘N’)
Bij waarde 'FO' wordt een percentage van het totaalbedrag aan opbrengst uit (kamer)verhuur of het houden van kostgangers als inkomen uit onderhuur in aanmerking genomen en weggescheven. (Leeuwarden)
Bij waarde 'FI' wordt voor elke onderhuurder of kostganger een forfaitair bedrag van een bepaald percentage van de gehuwdennorm in art. 21 sub b Participatiewet als inkomen uit onderhuur in aanmerking genomen en weggescheven. (Arnhem)
Bij waarde 'FZ' wordt voor elke onderhuurder of kostganger een forfaitair bedrag van een bepaald percentage van de gehuwdennorm in art. 21 sub b Participatiewet als inkomen uit onderhuur in aanmerking genomen en weggescheven.
Bij drie of meer onderhuurders of kostgangers is sprake van een kamerverhuurbedrijf en
wordt de verhuurder/kostgever als zelfstandige ondernemer beschouwd. (Halte Werk)
Bij waarde 'FN' wordt voor de 1ste onderhuurder of kostganger een forfaitair bedrag van een bepaald percentage van de gehuwdennorm in art. 21 sub b Participatiewet als inkomen uit onderhuur in aanmerking genomen en weggescheven.
Bij elke 2e en volgende onderhuurder of kostganger wordt als netto inkomen een forfaitair bedrag van een ander percentage van de gehuwdennorm in art. 21 sun b Participatiewet in aanmerking genomen en weggescheven. (Nijmegen)
Nieuwe parameter LOH_INK_ONDERHUUR_PP_FORF (defaultwaarde ‘0’)
Vul hier de percentages in die hierboven worden genoemd bij parameter LOH_INK_ONDERHUUR_JA_NEE
Bij waarde 'FN' van parameter LOH_INK_ONDERHUUR_JA_NEE worden er dus 2 percentages gebruikt.
Bijvoorbeeld voor de 1ste onderhuurder of kostganger 10% van de gehuwdennorm en voor elke 2e en volgende onderhuurder of kostganger 3%.
Als er 2 percentages worden genoemd dan staat het 2e percentage achter het #-teken.
Dus in dit voorbeeld wordt de waarde van parameter LOH_INK_ONDERHUUR_PP_FORF: “10#3”.
Parameter LOH_WDL_AA_OND_KOS_KORT
Deze moet de waarde ‘0’ hebben.
Vragen Eigen Beleid
Moet worden gebruikt (om de vraag te laten verschijnen):
Vraagtekst: Aard van de medebewoning?
Kan worden gebruikt (indien gemeentelijke formulering van de vraag gewenst is):
Vraagtekst: Andere medebewoner, jonger dan 21 jaar?
Nieuwe vraag:
Kan worden gebruikt (indien gemeentelijke formulering van de vraag gewenst is):
Vraagtekst: Bedrag aan (kamer)huur c.q. inkomsten uit kostgeverschap?
Gewijzigde tekstdelen:
LOH - Rapport | MBEW | OND1
LOH - Rapport | MBEW | KOS1
LOH - Rapport | MBEW | ONDM
LOH - Rapport | MBEW | KOSM
LOH - Rapport | MBEW | OND_KOS_COMM
GWS / SUITE
PKO verwacht een inkomstencomponent (05-kolom) met indicatie-PKO “05_K” (“Inkomsten uit onderhuur / kostgangerschap”).
Foutieve rest vrijlatingsbedrag (Nijmegen) |
|
Melding nummer |
2423889 |
Melding door klant
Bij de berekening van het restant vrijlatingsbedrag wordt het vrij te laten vermogen van een motorvoertuig (bij ons ca E4800) niet meegenomen in de berekening. Zie bijlage.
In het voorbeeld is het restant dus E 2000 te hoog.
Reactie klant 10-11-2015:
Ik zie dat ik niet volledig ben geweest met mijn melding. Het gaat hier om een aanvraag die is gedaan met PKO.
Binnen PKO wordt rekening gehouden met een vrijlatingsbedrag voor bepaalde vermogenskomponenten zoals motorvoertuigen.
Correctie leefgeld component (Zoetermeer) |
|
Melding nummer |
2423889 |
Melding door klant
De correctie leefgeld component geeft nog steeds niet het juiste vrijlatingsbedrag in het vermogensscherm. In het rapport en de beschikking wordt wel het juiste bedrag weergegeven.
Oplossing
PKO handelt vrijlating auto (motorvoertuigen) correct af (zowel in de dialoog als in het rapport en de beschikking).
Vanaf GWS versie 19 (daarvoor dus wel) kon PKO echter niet meer het veld ‘Rest vrijlatingsbedrag’ niet meer bijwerken.
De enige oplossing is om deze vrijlating ook als (negatieve) vermogenscomponent in GWS / SUITE weg te schrijven.
Dan wordt ook in GWS / SUITE het juiste rest vrijlatingsbedrag berekend.
Resultaat is bovendien dat het ook in GWS / SUITE wat duidelijker is dat er een vrijlating is toegepast.
Applicatiebeheer
Voor deze correctie van de waarde van de auto kan het best de vermogenscomponent die meestal de code "CORR" heeft, met als 'gedrag' "Correctie restant vrijlating" worden gebruikt.
Gebruik voor deze correctie op de autovrijlating de vermogenscomponent die meestal de code "CORR" heeft, met als 'gedrag' "Correctie restant vrijlating".
Compensatie ALO-kop als bijzondere bijstand (Walcheren) |
|
Melding nummer |
2408850 |
Melding door klant
In de releasenotes van 2015.Q3.1 staat de mogelijkheid beschreven een compensatie toe te kennen i.v.m. geen recht op ALO-kop bij all.st.ouders die instromen vanaf 01-01-2015. Hiervoor dient men parameter COMPENSATIE_ALO_KOP te gebruiken.
Indien je deze parameter gebruikt, wordt er als compensatie norm (01/...) verstrekt.
Volgens de beleidsregels bijzondere bijstand van Orionis Walcheren kan er ook compensatie ALO-kop verstrekt worden maar dan niet als norm maar als bijzondere bijstand. (Zie bijlage pagina 6 artikel 15). Wij verstrekken dit nu buitenom PKO via bijzondere bijstand.
Hierbij de wens een parameter toe te voegen of de huidige parameter uit te breiden met de mogelijkheid dat er bijzondere bijstand klaar gezet wordt via PKO.
Indien dit niet mogelijk is, zou men graag in PKO een vraag willen hebben (los van de verstrekking norm) of er wel of niet ALO-kop ontvangen wordt van de belastingdienst zodat de intaker die de aanvraag LOH behandelt 'getriggerd' wordt.
Oplossing
Bij nieuwe parameterwaarde voor parameter COMPENSATIE_ALO_KOP, nl "B" wordt de compensatie ALO-kop als 06-component, dus als bijzondere bijstand weggeschreven.
Applicatiebeheer
GWS / SUITE
Uiteraard moet er een component in de 06-kolom worden ingericht, bijvoorbeeld:
Deze krijgt indicatie-PKO “CALO”
Nieuwe waarde parameter COMPENSATIE_ALO_KOP; waarde ‘B’
Bij waarde 'J' geeft PKO de mogelijkheid om aan een alleenstaande ouder, in aanvulling op de bijstandsnorm, algemene bijstand te verstrekken op grond van artikel 18 lid 1 Participatiewet als compensatie voor het ontbreken van de verhoging van het kindgebonden budget (ALO-kop) van de belastingdienst.
Bij waarde 'B' geeft PKO de mogelijkheid om aan een alleenstaande ouder, in aanvulling op de bijstandsnorm, bijzondere bijstand te verstrekken op grond van artikel 35 Participatiewet als compensatie voor het ontbreken van de verhoging van het kindgebonden budget (ALO-kop) van de belastingdienst.
Bij waarde 'N' stelt PKO geen vragen over dit onderwerp.
Nieuw tekstdeel
LOH - Rapport | ADVIES | KOMPALO
2 clientgroepen NIET splitsen (PKO Indicaties - SZGROEP) |
|
Melding nummer |
2423647 |
Melding door klant
Op dit moment is er door Haltewerk de volgende opbouw van cliëntgroepen; de 18-65 jarigen zijn in één cliëntgroep ondergebracht in cliëntgroep 2.
(met indicatie PKO N<65), grootboek, componenten matrix en dergelijke zijn hierop ingericht.
Een uitsplitsing van 18-20 jarige en (cliëntgroep 01) en 21-65 jarigen (cliëntgroep 02) vinden wij niet nodig.
Graag aanpassen van de software zodat wij met één cliënt groep de leeftijdscategorie van 18 t/m 65 kunnen onderbrengen”.
Oplossing
Middels een nieuwe parameter APARTE_CLIENTGR_21MIN_JN met waarde 'N' wordt er zowel voor jongeren van 18 tot 21 jaar als voor cliënten van 21 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd dezelfde cliëntgroep (met indicatie-PKO "N<65" gebruikt
Applicatiebeheer
Nieuwe parameter APARTE_CLIENTGR_21MIN_JN (defaultwaarde ‘J’)
Bij (default-)waarde 'J' wordt er voor jongeren van 18 tot 21 jaar een aparte cliëntgroep (met indicatie-PKO "N<21" gebruikt. Hiermee wordt ook het veld "GROEP" in het uitkeringsdossier door PKO gevuld.
Bij waarde 'N' wordt er zowel voor jongeren van 18 tot 21 jaar als voor cliënten van 21 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd dezelfde cliëntgroep (met indicatie-PKO "N<65" gebruikt.
Co-ouderschap (Leeuwarden) |
|
Melding nummer |
2416825 |
Melding door klant
PKO levensonderhoud gaat niet meer in op co-ouderschap. PKO stelt vragen over ten laste komende kinderen, maar stelt geen vraag over gedeelde zorg van de kinderen met ex-partner. Voor de bijstandsnorm maakt dit vanaf 1 januari 2015 ook niet meer uit, maar wel voor de vaststelling van het vermogen. Er is immers nog wel verschil tussen een vermogensgrens van een alleenstaande ouder en een alleenstaande.
Berekening vermogen bij co-ouders (Nijmegen) |
|
Melding nummer |
2426597 |
Oplossing (voor hierbovenstaande 2 meldingen)
Vermogensgrens co-ouders is weer in de dialoog opgenomen, middels de parameters LOH_COOUDER_MIN_AA_DAGEN en ALG_VERM_CO_OUDER_VRIJL.
Applicatiebeheer (voor hierbovenstaande 2 meldingen)
•Zet parameter LOH_COOUDER_MIN_AA_DAGEN op het minimale aantal dagen waarop cliënt het kind dient te verzorgen, wil er sprake zijn van co-ouderschap.
•Zet parameter ALG_VERM_CO_OUDER_VRIJL op ‘J’.