Module Bijzondere Bijstand

<< Klik om de inhoudsopgave te tonen >>

Navigatie:  »Geen onderwerpen boven dit niveau«

Module Bijzondere Bijstand

Woonkostentoeslag voor bepaalde tijd

(114.556)

Reeds geruime tijd bestaat de functionaliteit om een woonkostentoeslag toe te kennen aan een cliënt die geen bijstand voor levensonderhoud nodig heeft, omdat het inkomen boven bijstandsniveau ligt. Dit kan op 2 wijzen:

Vanuit een werkproces met de PKO-indicatie ABPHL
De woonkostentoeslag wordt geplaatst in een uitkeringsdossier bijzondere bijstand. In de PKO-casus wordt de maandelijkse draagkracht berekend (op basis van bijstandsniveau en inkomsten op een bepaalde peildatum) en deze draagkracht wordt volledig in mindering gebracht op de volledige woonkostentoeslag. De inkomsten worden niet in het uitkeringsdossier geregistreerd, maar in een ander GWS-scherm (specifiek voor het registreren van inkomsten op een bepaalde peildatum, o.a. voor draagkrachtberekeningen door PKO).
 

Vanuit een werkproces met de PKO-indicatie ABBPH
In dit geval worden in het uitkeringsdossier zowel de levensonderhoudcomponenten (norm, toeslag, korting) geplaatst als de woonkostentoeslag en de inkomsten. In elke uitkeringsrun worden de inkomsten voor zover die meer bedragen dan het bijstandsniveau gekort op de woonkostentoeslag. Dit is immers draagkracht die voor 100% in mindering moet worden gebracht op de woonkostentoeslag.

 

De eerste manier van werken is het meest recent mogelijk gemaakt en heeft de voorkeur van de meeste gemeenten.

Indien gebruik wordt gemaakt van de eerstgenoemde werkwijze (PKO-indicatie ABHL), dan had de parameter BB_PBB_OT_MOGELIJK betrekking op zowel de woonkostentoeslag als op de overige periodieke bijzondere bijstand. Vanaf deze release is deze parameter “gesplitst”:

BB_PBB_OT_MOGELIJK_WKT- voor woonkosten toeslag.

BB_PBB_OT_MOGELIJK - voor de overige periodieke bijzondere bijstand

Woonkostentoeslag onder de bijstandsnorm (90.789)

Bij de behandeling van woonkostentoeslag vanuit een werkproces met de PKO-indicatie ABBPH waarbij de cliënt niet voldoet aan de bijstandsnorm wordt vanaf deze release in de afwijzing aangegeven dat de casus wel kan worden afgehandeld met de andere werkwijze: Vanuit een werkproces met PKO-indicatie ABPHL

Aflossingscomponent in percentage (104.091, 114.439)

Vanaf deze release kan het bedrag dat met worden afgelost op leenbijstand door iemand die een bijstandsuitkering voor levensonderhoud heeft, worden uitgedrukt in een percentage van het normbedrag,

Dit percentage wordt ingesteld met de parameter “BB_PP_AFL_UIT_SOC_MIN” (Menuoptie in parameterapplicatie: Onderhoud Parameters, Diversen).

De grondslag waarop dit percentage wordt teogepast wordt ingesteld met de volgend parameter “BB_AFLSM_COMP_PPTKJ_PPTKN” (Menuoptie in parameterapplicatie: Onderhoud Parameters, Parameters).

 

Deze parameter kan de volgende waarden hebben:

COMP

Aflosbedrag wordt op basis van een PKO-indicatie opgehaald uit een genormeerde component in GWS4all. Voor de verschillende gezinstypen is er een PKO-indicatie:

S<65        Samenwonend

A<65        Alleenstaande

E<65        Alleenstaande ouder

A22        Alleenstaande van 22 jaar

A21        Alleenstaande van 21 jaar

A<21        Alleenstaande jonger dan 21 jaar

 

Tot deze release was dit de enige manier om een aflossingsbedrag te definieren.

PPTKJ

Percentage wordt toegepast op de norm (toeslagen en kortingen worden niet in aanmerking genomen)

PPTKN

Percentage wordt toegepast op de norm + toeslagen -/- kortingen. De teopasselijke toeslag en korting wordt n de dialoog gevraagd aan de gebruiker.

 

Oorspronkelijke begindatum niet vragen

De “oorspronkelijke begindatum” van een uitkering wordt niet meer gevraagd in een Bijzondere Bijstands-casus en wordt vanuit een derleijke casus niet langer geregistreerd in GWS4all.

 

Bedragen in beschikking noemen (115.264)

In de beschikking wordt per kostenonderdeel) de hoogte werkelijke kosten vermeld. Tvens is een tekst toegevoegd over de reden waarom de kosten die voor bijstand in aanmerking zijn beperkt tot het maximumbedrag (het ontbreken van individuele omstandigheden waardoor van het maximum-bedrag zou moeten worden afgeweken).