Het is mogelijk om per module voor meerdere ondertekenaars een digitale handtekening te gebruiken. Voor alle modules bij elkaar kunnen in totaal maximaal 50 verschillende handtekeningen worden gebruikt. Er kunnen dus 50 handtekeningen worden gedefinieerd, elke handtekening kan voor één of meerdere modules worden toegepast.
Tekstblokken voor handtekeningen
Om een digitale handtekening toe te passen, is in alle bodies van beschikkingen en brieven de tekstgroep “HANDTK’ opgenomen:
Indien u gebruik maakt van gemeentelijke “alternatieve” bodies voor beschikkingen en/of brieven, dient u deze tekstgroep ook in deze “alternatieven” op te nemen.
De afbeeldingen van de beschikbare digitale handtekeningen worden geplaatst in een “alternatief” tekstblok in de tekstgroep ‘HANDTK’ in de tekstklasse ‘Beschikking’. De betrokken tekstblokken hebben de naam: ‘HT_01’ t/m ‘HT_50’. In de alternatieven van deze tekstblokken dient u, naast de afbeelding van de handtekening, ook de naam en de functie van de betreffende ondertekenaar te vermelden.
Handtekeningen registreren in tabel 'Parameters lijsten- OBH'
De handtekeningen worden geregistreerd in tabel 'Parameters lijsten- OBH'.
In de eerste kolom (Kode werker) plaatst u een code voor de medewerker. Indien gebruik wordt gemaakt van de methode LEIDER of TEAM, dan is het noodzakelijk om dezelfde code te gebruiken als waaronder de medewerker is geregistreerd in de Suite4WIZ. Indien gebruik wordt gemaakt van de methode INTEGRATIE, dan dient de code overeen te komen met de de code die in de integratiekode Parameters lijsten- OBS voor de medewerker is gekozen.
In de laatste kolom “Nr. handtekening’ kunt u een cijfer 1 t/m 50 plaatsen, corresponderend met de (alternatieve) tekstdelen ‘HT_01’ t/m ‘HT_50’. Indien in de dialoog een bepaalde ondertekenaar is gekozen, zal PKO bij de integratie-code ‘OBH’ nagaan of er een digitale handtekening is aangeduid. Indien er in de kolom ‘Nr. handtekening’ het cijfer ‘1’ staat, zal tekstdeel ‘HT_01’ worden afgedrukt (met daarin de afbeelding van de handtekening). In de kolom ‘Nr. handtekening’ mogen dus uitsluitend de volgende waarden worden geplaatst: de cijfers 1 tm 50.
Indien de medewerker niet voorkomt in de integratiekode Parameters lijsten- OBH, zal geen digitale handtekening worden geplaatst en wordt de naam en de functie in document geplaatst zoals ze zijn bepaald o.g.v. de overige parameters.
Als er is aangegeven dat een digitale handtekening moet worden gebruikt, worden de naam en functie die in de tabel 'Parameters lijsten- OBS' zijn genoemd worden niet afgedrukt. De namen van de medewerkers dienen wel correct te worden gevuld in de tabel, want deze worden in de dialoog getoond indien er kan worden gekozen uit meerdere ondertekenaars.