Inrichting PKO per module > Module Bestuurlijke Boete > PKO Parameter-applicatie

Voor het bepalen van de betaalcapaciteit van de boete moet in PKO Bestuurlijke Boete een aantal onderdelen worden ingericht. Deze worden hieronder besproken.

Inkomen op bijstandsniveau

Voor cliënten met een inkomen op bijstandsniveau berekent PKO Bestuurlijke Boete het betaalbedrag op basis van een in te stellen percentage. Daarvoor zijn er 2 PKO Parameters Diversen: BO_PP_AFL_UIT_SOC_MIN en BO_PP_AFL_UIT_SOC_MIN_KD. Zie voor meer uitleg het commentaar bij deze parameters.

Inkomen boven bijstandsniveau

Voor cliënten met een inkomen boven bijstandsniveau past PKO Bestuurlijke Boete voor het bepalen van de betaalcapaciteit altijd de methode van de beslagvrije voet toe. PKO Terugvordering kent ook de methode van de draagkrachtberekening, maar PKO Bestuurlijke Boete dus niet.

Voor de berekening van de beslagvrije voet moet altijd het van toepassing zijnde bijstandsniveau worden berekend. Hoe dit moet worden bepaald kan worden ingesteld met PKO parameter BO_BEPALEN_BIJSTANDSNIV.

In PKO Terugvordering kan worden ingesteld welk percentage van het inkomen boven de beslagvrije voet (beslagruimte) moet worden aangewend voor aflossing. Dit kan met PKO Parameters Diversen TV_PP_AFLOSCAP_BVV en TV_PP_AFLOSCAP_BVV_FR. In PKO Bestuurlijke Boete kan dit NIET worden ingesteld. PKO Bestuurlijke Boete gebruikt altijd het volledige inkomen boven de beslagvrije voet (beslagruimte) om de boete te betalen.

Vermogen

Er zijn voor PKO Terugvordering 2 PKO Parameters waarmee kan worden ingesteld of het vermogen dient te worden meegenomen bij het bepalen van de afloscapaciteit. Het gaat om PKO parameters TV_VERREKENEN_VERMOGEN en TV_VERREKENEN_VERMOGEN_HO. Voor de module PKO Bestuurlijke Boete kan dit NIET worden ingesteld: in PKO Bestuurlijke Boete wordt altijd de vraag gesteld of het vermogen moet worden meegenomen bij het bepalen van de betaalcapaciteit.

Berekening betaalcapaciteit

Berekening betaalcapaciteit